MAYA: EEN OUDE CULTUUR OP WEG NAAR EEN NIEUWE TOEKOMST
19 november 2009
rampen gebeuren als de wereld die toestaat
Een oude cultuur die gedurende eeuwen is uitgebuit lijkt op weg naar een nieuwe, betere toekomst – dat was de teneur van van de bijeenkomst die 19 november in het Veenlanden College werd georganiseerd. Het was overigens een met allerlei missen en maren omgeven conclusie. Want al lijkt het er op dat de in 2007 met massale steun van de Maya’s gekozen sociaaldemocratische president Alvaro Colom de positie van zijn straatarme kiezers wil verbeteren, op het symposium maakte Guatemala-specialist Mario Coolen van Solidaridad duidelijk, dat ook in 2009 de echte macht in het land nog altijd in handen is van een uiterst conservatieve elite. Die groep is klein, maar wel in staat om in het congres de meeste van Colom’s hervormingsvoorstellen te blokkeren.
Coolen, die van 1972 tot 1980 in Guatemala woonde: “Meer en meer zien we Maya’s in bestuursorganen, maar wel op posities waar ze geen macht kunnen uitoefenen, zoethoudertjes dus. Indigo is het ergste scheldwoord dat men er kent. Maar hier en daar verbetert iets. Maya’s durven hun krachten meer en meer te bundelen, ze mogen vakbonden vormen, het bestaan van een inheemse boerenorganisatie die zich inzet voor eigen grond en eigen cultuur wordt gedoogd. Maar het is allemaal heel fragiel. De Maya’s hebben de storm een kleine 500 jaar recht van voren gehad, laten we zeggen dat de wind momenteel van opzij komt.”
“Het Mayavolk staat momenteel in het brandpunt van de belangstelling want het jaar 2012 komt eraan, het jaar waarin de wereld vergaat, zo zou de Maya kalender zeggen. En dus maken we spectaculaire rampenfilms want daar zijn wij zo gek op. Maar geen Maya die zich in die zin druk maakt over dat jaar. Volgens de Maya-cultuur begint in 2012 een nieuwe tijd. Geen ramp dus, maar juist een jaar van hoop. Ja, er is wel een ramp, die is dat de wereld toestaat dat de Maya’s, die 60 tot 70 procent van de bevolking van Guatemala uitmaken, in 2009 nog altijd door een rijke minderheid worden utigebuit.”
De strekking van het verhaal van Coolen werd bevestigd door twee leraren van het Colegio Maya die ter gelegenheid van deze bijeenkomst uit Guatemala waren overgekomen. Julian Cumatz Pecher, directeur van de grotendeels met Rondeveens geld gebouwde school voor voortgezet onderwijs: “Er is lichte verbetering, maar we worden in 2009 nog steeds gedwongen normen en waarden te accepteren die niet de onze zijn. Maar er is hoop, in het parlement wordt gewerkt aan een wet die onze heilige Maya-waarden erkent. Wie weet, in 2012..?” Emilio Xoquic Ajcalon was een van de eerste leerlingen van het Colegio Maya, is er tegenwoordig leraar en was ook een van de sprekers op de boeiende bijeenkomst. Ook hij ziet vooruitgang, maar “Het is wel zo dat de autoriteite nog altijd meer muren opwerpen dan ze afbreken. Maar hoe het zij, wij mogen op onze school met toestemming van de regering tweetalig onderwijs geven én onderwijs in de Maya-cultuur. Maar we zijn wel zo modern dat we er daarnaast in ons onderwijsprogramma alles aan doen om onze leerlingen zoveel kennis mee te geven dat ze zich kunnen handhaven in de maatschappij van vandaag.”
Mirjam Vossen, journalist en schrijfster van het veelgeprezen boek ‘Eerste hulp bij ontwikkelingswerk‘, merkte in haar bijdrage op dat over nut en noodzaak van ontwikkelingssamenwerking momenteel een hevig debat wordt gevoerd. “Er is een vreemde paradox: terwijl 85 procent van de Nederlanders voorstander is van ontwikkelingssamenwerking, meent liefst 33 procent dat die hulp zinloos is.” Dat laatste komt volgens Vossen vooral door een afnemend vertrouwen in het werk van de grote, ondoorzichtige, geprofessionaliseerde ontwikkelingsorganisaties zoals Novib en Cordaid. “Dat is niet terecht, maar wel een feit. En het zijn de doe-het-zelfvers, zoals de stichting Mayaschool, die daarvan profiteren omdat zij heel direct en zichtbaar hulp bieden aan mensen in nood.”
Deze conferentie werd mede mogelijk gemaakt door
NCDO VeenLandenCollege Mijdrecht La Croix taal en communicatie